Tekst: Marian Koning | Beeld: Roland van Mossel
Het Brabantse land en twee van zijn inwoners, Gerrit en Margreet Staal, onthalen ons met warmte op een zonnige vrijdagmiddag. Wanneer we arriveren bij het mooie vrijstaande huis, deels verscholen in het groen en onze auto parkeren op de oprit, komt Gerrit (65) al aanlopen. „Kom verder,“ roept hij enthousiast na een hartelijke begroeting en gaat ons voor op een smal tegelpad, dat uitmondt in een tijdelijk tot museum omgetoverde achtertuin.
Langs de randen van het ruime en met struiken omgeven grasveld staan grote kleurige schilderijen opgesteld, voor het merendeel portretten, met krachtige penseelstreken opgezet in acrylverf. Blikvangers vol expressie, waar plezier en passie vanaf spat. Het zijn de werken van Gerrit, die na zijn pensionering het schilderen heeft ontdekt. “Dit vind ik nou leuk om te doen,” lacht hij trots en wijst met een brede armzwaai naar zijn doeken,
“het zijn geen commerciële dingen, ik hang ze niet op in de woonkamer of zo, maar vooral het maken geeft me voldoening. Ik heb er geloof ik wel een paar honderd, dat gaat heel snel hoor. Ik schilder grof, lekker expressionistisch, deels ook door de tremoren die ik heb, als gevolg van de ziekte van Parkinson. Fijnschilderen lukt niet, dat snap je wel, maar dit gaat goed!”
Margreet (61), echtgenote en partner in crime roept of we aan tafel komen. Het stel is al heel lang samen en hun doen en laten ademt een sfeer van harmonie en hechte vertrouwdheid uit. Na een heerlijke lunch buiten op de veranda, heeft Margreet bezigheden elders en is het tijd voor een interview met Gerrit. Hij pakt z’n laptop erbij voor het geval er iets opgezocht moet worden en kijkt geamuseerd, maar ook intens en ietwat gespannen over de rand van het ronde brilletje, dat ergens halverwege zijn neus balanceert. Gerrit, zoals hij zichzelf steeds zal laten zien, zoekend naar adequate en serieuze antwoorden, gedrenkt in relativering en humor, begint aan zijn verhaal .